Boterzuurbacterie

Boterzuurbacteriën bestrijden van kuil tot kaas
Er komen op dit moment veel vragen binnen over boterzuurproblemen op bedrijven. Hierbij enkele antwoorden op vragen en adviezen voor u. Niet de boterzuurbacterie, maar juist de boterzuursporen zijn het probleem. De preventie ligt in het kuilmanagement en hygiëne tijdens het melken.
 
Wat is boterzuur?
Boterzuur is een vluchtig vetzuur met een penetrante geur (zweetvoeten) en onaangename smaak. Boterzuurbacteriën zijn sporenvormende bacteriën die boterzuur produceren in slecht en matig geconserveerde gras- en maiskuilen. Sporen zijn bacteriën in een soort rusttoestand die erg goed bestand zijn tegen droogte, hitte en andere extreme omstandigheden. Op die manier kunnen ze jaren overleven en onder gunstige omstandigheden weer ontkiemen tot schadelijke bacteriën. Via strooisel, mest, maar met name slecht kuilvoer, kunnen boterzuurbacteriën en -sporen in de melk terecht komen. In tegenstelling tot de boterzuurbacteriën, overleven de sporen de pasteurisatie van de melk en kunnen vervolgens problemen veroorzaken bij de kaasbereiding. Kuilen die dit jaar boterzuur bevatten zijn kuilen met minder dan 35% droge stof (vaak vochtige kuilen). Vaak zijn dit kuilen met een hoge pH, die later gemaaid zijn. In de praktijk gaat het om kuilen met een hoge opbrengst, welke snel zijn ingekuild, waardoor het goed en zorgvuldig aanrijden onder druk kwam te staan.
 
Boterzuur in de melk voorkomen
Besmetting van melk door de boterzuurbacterie komt van buitenaf. Dit houdt in dat u besmetting kunt tegenaan door de hygiëne rondom het melken te optimaliseren. Daarnaast is het advies om de kuil met veel boterzuur te minderen in het rantsoen. Advies is o.a. om de zijkanten van de kuil aan het jongvee te voeren. Kortom, verlaag het aandeel van de besmette kuilen en zorg voor de juiste hygiëne rondom het melken.
 
Hygiene rondom het melken
Elke maand wordt de tankmelk onderzocht op boterzuursporen. De kwaliteit van gras- en maïskuilen is bepalend voor het aantal sporen in de melk. De basis is het bereiden van een goede gras- en maissilage, waarbij alle tips voor een goede conservering opgevolgd moeten worden. Bij het inkuilen van vochtig gras is het belangrijk om een toevoegingsmiddel te gebruiken. Waar men ook op moet letten is; de kuil direct afdekken, schudder en harker goed afstellen zodat er zo weinig mogelijk zand in de kuil komt!
 
De hygiëne in de stal en melkstal speelt dus een belangrijke rol.
 
Enkele aanwijzingen

Houd ligplaatsen schoon. Gebruik in de ligboxen Stal Strooi Plus. (Het aangewezen en betaalbare hygienemiddel voor in de ligboxen). Zorg voor geschoren (het liefst branden met een uierhaarbrander Mobiel Dura) en schone uiers. Stalroosters goed schoon houden.
 
Hygiene voor en tijdens het melken:
• Gebruik bij voorkeur papieren uierdoeken (Maxi Uierpapier is uitermate geschikt). Maxi Uierpapier voldoet aan de voedingskwaliteit en hieraan geven wij de voorkeur. Maxi Uierpapier is geen poetspapier maar speciaal ontwikkeld voor een optimale reiniging van de spenen, absorberende werking van vuil en het laten schieten van de melk.
• Gebruikt u katoenen uierdoeken? Dompel deze dan tussendoor in een Superon oplossing.
• Ga voordippen of sprayen met Superon.
• Voorkom afvallen van melkstellen.
• Houd melkklauwen en melkbekers schoon.